Mevrouw Bos
Eerst woonde ik in een nieuwe flat, nu in een monument
Mevrouw Bos werd geboren op 1 juli 1919 en is de oudste bewoonster van de Wielewaalflat. Met haar man trok ze in 1957 in de spiksplinternieuwe flat. 62 Jaar woont ze er nu en nog steeds met plezier en met veel goede herinneringen.
In het begin
In de jaren vijftig was er, net als nu, een tekort aan woningen. Wat waren mevrouw Bos en haar man blij toen ze een flat kregen in de nieuwe Wielewaalflat: “Alles was nieuw, de muren waren behangen, er lag een mooie vloer en er stond een koelkast!”. Ze kan zich nog goed herinneren hoe de flat er toen uit zag: “De deuren hadden prachtige kleuren; rood, geel en blauw en buiten op de galerijen lagen prachtige tegels.” Ze kan zich ook het uitzicht nog goed herinneren: “Beneden was een grasveld, we keken over de vijvers en we zagen de Martinitoren én het ziekenhuis”. Nu staat de flat “De Groenling” naast de Wielewaalflat. “Ik heb geluk, ik kijk er precies langs, ik zie de mensen naar de Action en de Lidl gaan en ik kan de Martinitoren nog zien. Aan de andere kant van de flat heb je natuurlijk nog steeds het mooie uitzicht over het water.”
Buren
De samenstelling van de bewoners in de flat is nu heel anders dan vroeger. “In het begin woonden hier veel gezinnen met kinderen en mensen die in het ziekenhuis werkten. Dat is nu heel anders. Er zijn nog twee oudere dames en voor de rest allemaal jonge mensen, vooral veel studenten.” Last van overlast heeft ze niet: “De jonge mensen hebben nooit heel veel lawaai, het is hier altijd heel rustig.” En tevreden is mevrouw Bos over hoe schoon het is: “Iedere week maakt een bedrijf de het trappenhuis en de liften schoon en je ziet ook zelden rotzooi liggen.”
De Oosterparkwijk
Als echte voetbalfan was ze regelmatig in het FC-Groningen stadion te vinden. “Het was vaak heel druk, mensen wilden dan de auto hier in parkeervakken parkeren en er waren veel mensen op straat. Ik vond de drukte heel gezellig.” Nu is dat niet meer zo. “Het is een stuk rustiger geworden nu het stadion er niet meer is.” Mevrouw Bos vindt de wijk er wel beter op geworden. “Er zijn mooie huizen gebouwd op de plek van het stadion en het ziet er allemaal heel netjes uit!”
Verhuizen?
Nooit heeft ze eraan gedacht om te verhuizen. “Toen mijn man slechter werd, was het eerste wat hij zei dat hij hier niet weg wilde. Gelukkig hoefde dat ook niet.” Af en toe krijgt ze bezoek van thuiszorg en heeft ze een alarmknop. Er wordt nog gezocht naar een manier om te zorgen dat iemand die haar hulp komt verlenen ook daadwerkelijk door het portiek naar binnen kan. Er wonen aardige jongens op haar galerij: “Ze zeggen altijd, als u wat nodig heeft zegt u het maar. Ze hangen schilderijtjes voor me op en laatst heeft één van die jongens mij geholpen toen ik een grote overstroming had in de wc.”
Wielewaal
Ze weet waarom de flat de “Wielewaal” heet: “In het begin dat we hier woonden vertelden ze dat er heel vaak een Wielewaalvogeltje in de tuin van meneer Philips vloog. Dat was zijn lievelingsvogel en daarom hebben ze de flat de Wielewaal genoemd.”